Stichting
De Kleine Aarde

Biografie van de Kleine Aarde 1972-1997

De Jonge Onderzoekers

door | 24 jul 1996 | Achtergrond

Dit artikel is deel 1 van 4 in de serie Biografie 25 jaar De Kleine Aarde in 1997
In 1972 heette De Kleine Aarde nog Stichting de Jonge Onderzoekers Proeftuin Noord- Brabant, die proefdraaide in de achtertuin van oprichter Sietz Leeflang in Riethoven.

IN DEN BEGINNE…

In 1972 verscheen een geheel nieuw soort blad in Nederland. Een milieublad, 24 pagina’s dik met een oplage van 2000 exemplaren. De inhoud bestond uit artikelen over zonnecollectoren, methaangaswinning uit afval, vleesloze recepten en nog veel meer zaken die ‘een milieuvriendelijke leefstijl’ propageerden. Het was de eerste uitgave van het kwartaalblad van De Kleine Aarde (Nummer 1, Zomer 1972), toen nog opererend onder de naam ‘Jonge Onderzoekers – Proeftuin Noord-Brabant’.

Revolutionair

Veel onderwerpen waren, begin jaren zeventig, nog tamelijk revolutionair. De Kleine Aarde heette nog Stichting de Jonge Onderzoekers Proeftuin Noord- Brabant, die proefdraaide in de achtertuin van oprichter Sietz Leeflang in Riethoven. Rond het huis aan de Dorpsstraat 7 stond een aantal opvallend ingenieuze apparaten, waaronder een ‘parabolische’ zonnespiegel, een windmolen op een negen meter hoge stellage, een methaangistingstank en een curieuze houten paal met kettingwiel (met ketting verbonden aan een boom) dat ging draaien als de boom door de wind heen en weer werd bewogen.

De Kleine Aarde uitverkocht
Het nul-nummer van De Kleine Aarde was binnen een mum van tijd uitverkocht, evenals de drie nummers daarna. Het initiatief sloeg zo aan, dat er zich na verschijning van het nul-nummer circa 900 vrijwilligers (!) meldden die in de proeftuin wilden komen werken. De locatie in Riethoven werd veel te klein. In Boxtel zou een veel betere locatie worden gevonden. Op 1 maart 1973 ging proeftuin De Kleine Aarde in Boxtel van start op het vroegere landgoed van de herenboer Van Cooth. Een dag lang stond de telefoon bij oprichter en voormalig wetenschapsjournalist Sietz Leeflang thuis in Riethoven roodgloeiend. Uit het hele land kwamen felicitaties binnen.

Voorzieningen minimaal
Met een lap grond van 2,7 hectare, een veertien meter lange en zestien meter brede boerderij (huurprijs: fl. 3600,- per jaar) en een door het Prins Bernhard Fonds geschonken tuinbouwkas konden een projectleider, drie vaste medewerkers en de grote groep vrijwilligers (grotendeels studenten uit Eindhoven, Den Bosch, Wageningen en Groningen) aan de slag. Voorzieningen waren minimaal. Subsidie kreeg De Kleine Aarde nog niet. Onkostenvergoedingen bleven uiterst sober. De meeste medewerkers werkten kosteloos mee aan het blad of trotseerden regen, kou en modder om de proefboerderij verder op poten te zetten. Samen werkten ze aan een mooi ideaal: ervoor zorgen dat de samenleving uit de milieu- en energiecrisis zou geraken.

Proeven
De heropbouw en isolatie van de oude boerderij duurde acht tot negen maanden. Veel bouwmateriaal werd op de sloop, op straat, op industrieterreinen, zelfs op het strand gevonden of aangeleverd door sympathiserende bedrijven. Terwijl de boerderij amper was ingericht, kwamen de eerste cursisten al langs om scheikundig en microbiologisch onderzoek  in het laboratorium te doen. Er zouden echter nog veel meer proeven worden gedaan, waaronder een vergelijkend onderzoek naar zaaigoed en verschillende experimenten op het land met ‘zachte technologie’ zoals windmolens en zonnecollectoren.

Moeizaam
Het verblijf op De Kleine Aarde kwam neer op slapen, eten, werken, slapen, eten, werken, en dat maanden achter elkaar. Een deelnemer uit het allereerste uur zei hierover: ‘Het was een gek, maar nuttig en leerzaam circus’. Sietz Leeflang gaf zijn ervaringen weer in een gebundelde uitgave van het kwartaalblad De Kleine Aarde:

‘Wie zich intensief bezighoudt met milieuvriendelijke technieken, voedingswijzen, land- en tuinbouw, etc.’ ontdekt telkens weer, dat er nog vreselijk veel zal moeten worden geëxperimenteerd en geleerd en dat wij eigenlijk nog helemaal aan het begin staan’, schreef hij, ‘want het gaat er immers niet om de klok terug te draaien en genoegen te nemen met methoden voor leven en werken, die jaren geleden terecht als verouderd terzijde werden gesteld. Het gaat erom met gebruikmaking van onze moderne kennis en middelen, mogelijkheden te vinden om met behoud van een redelijke leefwijze wat betreft comfort en uitschakeling van die arbeid, die ongezond en onnut of vervreemdend is, tot een minimaal gebruik van energie en grondstoffen te komen. Het tot stand brengen van kringloopsystemen vergt inventiviteit, veel kennis en opofferingsgezindheid.’

Die boodschap zouden vele Nederlanders in de decennia die volgden na de oprichting van De Kleine Aarde gelukkig serieus gaan nemen.

 

25 jaar werk aan het milieu...
Hoe allemaal begon,
de ideeën en de feiten

Op 21 maart 1997 bestond De Kleine Aarde precies een kwart eeuw. Een jaar eerder startte de redactie van tijdschrift De Kleine Aarde een serie die zou uitgroeien tot de biografie van De Kleine Aarde van 1972 tot 1997. Met gegevens over de ontstaansgeschiedenis en verhalen over gebeurtenissen, dromen die wel of niet uitkwamen en andere interessante feiten. Stichting De Kleine Aarde herpubliceert deze serie hier op haar website.

Meer uit het archief

Gentle Disco bij Plaats De Kleine Aarde

Buiten dansen, wat een leuk feestje! Kunstenaar Arne Hendriks bouwt in het park van De Kleine Aarde een duiventoren van mycelium. Om de pakken mycelium plat te krijgen voor stevige bouwlagen van de toren, organiseert hij de Gentle Disco! Meer over deze kunstenaar, zijn duiventorens en andere kunstprojecten vind je op zijn website.
No results found.