Vanaf het begin af aan was De Kleine Aarde een gemengd bedrijf dat moeite had om in de boekhouding zaken gescheiden te houden en winst en verlies in evenwicht. Belangrijke […]
Vanaf het begin af aan was De Kleine Aarde een gemengd bedrijf dat moeite had om in de boekhouding zaken gescheiden te houden en winst en verlies in evenwicht. Belangrijke onderdelen, die samen een keurig winstgevend bedrijfje vormden, waren een winkel, een groothandel in levensmiddelen en een productietuin. Minder rendabel waren de uitgeverij, het cursuswerk en de energiegroep. Vooral die laatste drie onderdelen zouden in financieel opzicht een blijvend zorgenkindje worden. Ze draaiden permanent met verlies en elke cent die erop gelegd werd, in de vorm van overheidssubsidie of giften, was mooi meegenomen.
Vaste groep donateurs
In een paar jaar tijd wist De Kleine Aarde zich verzekert van de steun van ongeveer tienduizend donateurs. Met hun royale steun (een groot deel van de donateurs maakte meer geld over dan de standaarddonatie van 25 gulden per jaar) kon De Kleine Aarde zonder veel zorgen en met succes aan de weg timmeren. Alleen voor de studieweekends over land- en tuinbouw, voeding en energie, de kooklessen en de rondleidingen werd gevreesd. Er was uitgerekend dat de jonge onderzoekers meer dan dertig procent van hun tijd aan cursus- en voorlichtingswerk kwijt waren. De belangstelling voor lessen en rondleidingen was zo groot, dat deze niet meer te verwerken viel. Bovendien was de financiering een nijpend probleem.
Minimum inkomen
De Kleine Aarde had echter het geluk dat veel jonge medewerkers twee tot drie jaar bleven en genoegen namen met een bescheiden loon. Medewerkers met een kind kregen 1,4 x het minimumloon. Wie meer kinderen had, kreeg 1,6 x het minimumloon. Vrijwilligers konden rekenen op 60 gulden zakgeld per week en gratis kost en inwoning.
Aantrekkingskracht
De aantrekkingskracht van De Kleine Aarde kwam voort uit verschillende onderdelen van het project. Allereerst gaf De Kleine Aarde antwoord op problemen met meerdere goede oplossingen, zonder deze op te dringen. Al deze oplossingen of alternatieven waren tamelijk eenvoudig in praktijk te brengen en geleidelijk in te voeren. De Kleine Aarde schermde verder niet met haar ‘deskundigheid’, want ook de serieuze amateur kon zevenmijlslaarzen aantrekken en het nodige bereiken. Het idee van ‘onderlinge solidariteit’ sprak bovendien veel buitenstaanders aan.
Randstad
De grootste concentratie sympathisanten van De Kleine Aarde bevond zich in de Randstad. In Noord- en Zuid-Holland woonden ongeveer 2500 donateurs. Maar ook in de wijde omgeving van Boxtel zelf had een bijna evenredig grote aanhang. Het kwartaalblad was verkrijgbaar in alle grote Nederlandse steden en in een deel van Vlaanderen.
Verandering van levenswijze…
In hoeverre donateurs ook werkelijk hun leven lieten beïnvloeden door De Kleine Aarde, zou blijken uit de resultaten van een enquête die in het kwartaalblad verscheen. Dat onderzoek wees uit dat vooral de vleesconsumptie drastisch was verminderd. Als er nog vlees werd gegeten, dan was het hoofdzakelijk paardenvlees of wild. Voeding werd in het algemeen vaak genoemd als ‘onderwerp van verbetering’. Onbespoten groenten en fruit, het zelf maken van brood, kaas, yoghurt en vruchtensap, bleken gewilde alternatieven.
…en warmer kleden
Ook waterbesparing was een speerpunt in huishoudens geworden: regentonnen waren aangeschaft, sommigen hadden een steen aangebracht in de stortbak van de wc. Een kleine groep had de auto weggedaan of besloten om deze voortaan zeer selectief te gebruiken. Opvallend was verder dat in verschillende huishoudens mensen zich warmer waren gekleed om te bezuinigen op het energieverbruik.
Niet representatief
De jonge onderzoekers noemden de resultaten uit het onderzoek niet representatief, maar slechts ‘een illustratie’ van het feit dat het verkrijgen van informatie over voeding, energie, hergebruik, afvalscheiding een grote invloed op de dagelijkse ‘lifestyle’ van mensen kan hebben. Ook werd duidelijk dat ‘vlees’ bovenaan het prioriteitenlijstje van huishoudens stond en ‘alternatieve geneeswijzen’ helemaal onderaan.
Kleine dingen
Wat er in een mensenleven allemaal ten goede kon veranderen, was ‘te veel om op te noemen’, meldde een donateur. ‘Maar’, schreef deze, ‘het belangrijkste is dat je over alles meer gaat nadenken…’ Dat effect was vooral waarneembaar in de kleine details. De op het eerste gezicht niet zo belangrijke ingrepen, zoals het retourneren van ongevraagd drukwerk, het mijden van de supermarkt en de vervanging van de dikke landelijke door de dunne lokale krant.