Het begrip “soft techmoJogy” duikt steeds vaker op nadat het voor het eerst gelanceerd werd voor het wereldforum van de VN-mileuconferentie in Stockholm. Nu Is er, hoe vertrouwd voor velen het begrip misschien ook al klinkt, een groot misverstand rond soft technology.
Er zijn vele, niet onintelligente en heus niet zo slecht geïnformeerde mensen, die het begrip verwarren met zoiets als “software”, het uit de computerwereld afkomstige begrip voor alles wat met programmatuur en andere, niet technische zaken te maken heeft. En ook zijn er heel veel mensen, die – beter ingelicht – denken dat het uitsluitend te maken heeft met windmolens bouwen of andere halftechnische maaksels, die wel milieu-vriendelijk, maar verder erg onpraktisch zijn, en die het moderne speelgoed genoemd zouden kunnen worden van lieden, die hun toevlucht willen zoeken op het platteland, met een restje technisch comfort.
Inderdaad is “ecologische technologie” (een andere, ook wel gebezigde term) niet los te denken van windmolens, van zonnecollectors, ethaangasinstallaties, visvijvers, enz, maar men zou mensen als Buckminster Fuller (de ontwerper van o.m. de geodetische koepels) en Robin Clark(de oud-hoofdredacteur van Science Journal, die in Parijs een soft technology geemeenschap heeft gesticht) erg tekort doen als men het bij deze definitie zou laten.
Achter het begrip zachte technologie schuilt namelijk een filosofie, die als uitgangspunt heeft, dat met de grootst mogelijke voorrang gewerkt moet worden aan een heroriëntatie van de techniek en de wetenschap, die ten doel heeft het menselijk welzijn zowel in de geindustrialiseerde landen als in de ontwikkelingslanden centraal te stellen. Zelf heb ik in verband met talrijke vragen die ons bereikt hebben na de publiciteit rond de plannen van de Nederlandse soft technologygemeenschap “De Kleine Aarde” (die zich binnenkort in de proefboerderij in Boxtel hoopt te kunnen vestigen) een tiental punten*) geformuleerd, die men kenmerken zou kunnen noemen waaraan techniek moet voldoen om onder soft technology te kunnen worden gerangschikt. Waar nodig heb ik deze punten van een korte toelichting voorzien.
1. Het gebruik maken van technieken en werkwijzen, die_grondstoffen en energie sparen, die het leefmilieu (zoveel mogelijk) ongemoeid laten, die berusten op kringloopsystemen.
Toelichting: dit klinkt nogal idealistisch en het is zeker niet te rijmen met de materiële eisen van het gemiddelde Nederlandse hulsgezin, laat staan met de eisen van de mensen, die naast hun dringende behoefte aan afwasmachines, elektrische grilltoestellen, kleurentelevisie en elektrische tandenborstels ook concrete verlangens hebben ten aanzien van airconditioning, verlichte tuinpaden, boom- en struikpartijen en in licht badende bungalows.
Toch wordt het voor degenen, die hun ogen er niet voor willen sluiten, duidelijk dat binnen enige jaren een drastische bezuiniging van het energieverbruik onvermijdelijk zal zijn – gekoppeld aan (of mede als gevolg van) sterk verhoogde tarieven. De ontwikkelingen in de VS – waar vorige maand het invloedrijke zakenblad Fortuna schreef, dat het “potverteren” met onze energievoorraden (in Amerika nog tien jaar aardgas) spoedig afgelopen zal zijn, omdat o.m. de kernsplijtingsenergie wegens de eraan verbonden grote reële gevaren géén alternatief zal kunnen zijn – laten duidelijk zien welke kant het onherroepelijk ook In Nederland zal opgaan.
Hieraan kan men nog toevoegen, dat niet alleen fossiele brandstoffen uitgeput zullen raken, maar dat ook de grondstoffenvoorraad veel eindiger zal blijken te zijn dan tot voor kort gedacht werd, wat nu al voor een reeks metalen waaronder nikkel, tin en in mindere mate koper geldt.
2. Het gebruik maken van grondstoffen, energiebronnen en materiële hulpmiddelen, die plaatselijk aanwezig zijn of geproduceerd kunnen worden.
Toelichtling: nu vindt men geen afstand te lang voor het goederenverkeer en nu geldt nog altijd, dat wat van ver komt ook beter of lekkerder is. Maar lange transporten betekenen ook: grotere afhankelijkheid, energieverbruik en kostenstijging. Er zit nog een gevaar in, n.l. dat van de vervreemding: de ontvanger weet niet of nauwelijks waar het produkt vandaan komt, hoe het gemaakt werd, wie het maakte en hoe hij het zelf ooit zou moeten maken.
Dit geldt bijvoorbeeld voor onze voeding: 80 procent van onze produkten wordt geïmporteerd en dit geldt in sterke mate voor onze voedingsmiddelen. Hoewel in Nederland allerlei produkten uitstekend zouden kunnen worden verbouwd (ik denk aan boekweit, gerst en peulvruchten, zoals linzen, allemaal uitstekende eiwitbronnen) doet men het niet meer, of het is nog uitsluitend voor veevoer (wat uit een oogpunt van eiwitten een verlies van gemiddeld negentig procent betekent plus het verlies aan tijd en kosten, nodig voor het produceren van het vlees). Ons broodgraan is Amerikaans graan. Nederlands broodgraan is niet goed, zo heet het. Maar kenners eten bij voorkeur volkorenbrood van gewoon, biologisch verbouwd Nederlands broodgraan!
3. het Vermijden van de produktie of het gebruik bij de produktie van giftige of sterk vervuilende stoffen
Toelichting: als wij een aantal nuttige stoffen en produkten niet kwijt willen – ik denk aan andere, schaars wordende, grondstoffen vervangende kunststoffen – dan, aanvankelijk zeker nog, zal ei met giftige stoffen gewerkt moeten worden. Als dit in een gesloten kringloopsysteem gebeurt (wellicht tenslotte ook energetisch!), dan kan men hier moeilijk bezwaar tegen hebben. Overigens blijkt in vele gevallen het gebruik van bepaalde giftige stoffen geen andere reden te hebben dan het besparen op produktiekosten; zou men de giftige stoffen willen vermijden, dan zal men meer voor het eindprodukt over moeten hebben.
4. techniek, die berust op gedecentraliseerde voorzieningen (o. a. van de energie) en die leefgemeenschappen minder kwetsbaar maakt.
Toelichting: onze centrale voorzieningen maken onze samenleving zeer kwetsbaar. Vele van deze voorzieningen zijn zelf ook kwetsbaar, wat de situatie nog gevaarlijker maakt (voorbeeld: door betrekkelijk kleine oorzaken kan de elektriciteitsvoorziening uitvallen. Gebeurt dit in de winter, dan zal in de meeste huizen de centrale verwarming ook dienst weigeren, want of deze nu op gas of olie werkt, de thermostaat en beveiliging werken elektrisch. In moderne flatgebouwen betekent dit: geen enkele mogelijkheid tot verwarming, want de flatwoningen hebben geen schoorstenen meer). Kleine leefgemeenschappen zoals beschreven in de “Blueprint for Survival” (het bekende Britse biologenrapport) hebben voor alles eigen voorzieningen en zijn daarom niet meer zo kwetsbaar.
5. het gebruikmaken van technieken en hulpmiddelen, die ook principieel van nut zijn voor de Derde Wereld en die voor de mensen in de ontwikkelingslanden niet afschrikwekkend, onbereikbaar of onbruikbaar zijn.
Toelichting: veel van wat in de vorige toelichting is opgemerkt geldt ook hier. Voor mensen in ontwikkelingslanden zijn dofglanzende kasten een symbool van westelijke superioriteit en overheersing. Als zij ook zulke apparaten willen hebben moeten zij aan allerlei voorwaarden voldoen, waaraan zij niet kunnen voldoen: onderwijsinstellingen (hebben zij niet of nauwelijks), servicebedrijven (zijn er nauwelijks) en de dagelijkse “know how” voor het gewone gebruik bij de gemiddelde burger (is er vrijwel niet).
6. technieken en werkwijzen, waarvan het principe begrijpelijk is voor de gebruikers, zodat vervreemding, nu vaak een gevolg van ver doorgevoerde specialisatie van de technici, uitblijft.
Toelichting: vervreemding is er op het ogenblik op allerlei gebieden. Onze proeftuin heeft ten doel de vervreemding bij de stadsjeugd ten opzichte van land- en tuinbouw te verminderen. Vervreemding ten opzichte van de hedendaagse techniek is niet alleen op te heffen door een beter begrip te kweken voor die techniek; deze zal zelf ook veel meer mensdienend en mensgericht moeten worden. Dat betekent: kleiner, overzichtelijker, eenvoudiger, schoner etc. Vervreemding is een van de grote gevaren, die onze samenleving bedreigen, in het bijzonder onze democratie.
7. technieken en werkwijzen die een brede samenwerking tussen verschillende disciplines niet in de weg staan, maar eerder bevorderen.
Toelichting: dit is één van de idealen van de proefboerderlj in Boxtel: het laten samenwerken van technici en blologen, van fysici met landbouwkundigen etc. Deze samenwerking kan een belangrijke bron van inspiratie zijn.
8. techniek, die de mens niet degradeert tot robot, maar versterkt in zijn menszijn; die de mens dichter bij de natuurkrachten brengt en hem ertoe aanzet hiermee meer in harmonie te leven.
(dit behoeft geen toelichting).
9. Het zich bedienen van technieken en werkwijzen, die zich niet of nauwelijks lenen tot misbruik
Toelichting: hier wordt gedoeld op een doorzichtige, door iedereen te begrijpen en te bedienen techniek. Zo’n soort techniek leent zich minder tot misbruik dan ondoorzichtige, Ingewikkelde en alleen voor specialisten toegankelijke techniek.
10. techniek, die geen eigen leven gaat leiden en de mens niet dwingt zich er bij aan te passen
Toelichting: nu nog wordt de hoogte van flatgebouwen en andere hoge bouwsels bepaald door de hoogte van de bouwkraan. De uitdijing in het vertikale vlak is geen cultureel, maar een technocratisch verschijnsel.
*) deze punten zijn ontleend aan een voordracht gehouden in het kader van het Studium Generale van de TH Eindhoven, op 13 september j.1.