Stichting
De Kleine Aarde

Bericht

Onze eerste grote tegenvaller

door | 1 sep 1973 | Nieuws, Artikelen tijdschrift

De gemeente Boxtel blijkt in 1973 niet bereid de verbouwing van de Cooth Hoeve te financieren, en De Kleine Aarde komt daarmee in geldnood. In dit openingsartikel van het herfstnummer van 1973 wordt uitgelegd hoe dit zo gekomen is en vraagt De Kleine Aarde haar sympathisanten om financieel bij te springen.

Neen, in mineur beginnen willen wij beslist niet. Wij zullen de zomer die nu weer achter ons ligt in herinnering blijven houden als een heel goede, waarin onze proeftuin in Boxtel ondanks een te late start tegen veler verwachting in bijzonder goed heeft gefunctioneerd. Zowel de moestuin als de kleine akker heeft alle gelegenheid geboden tot experimenteren (variërend van bodemonderzoek tot allerlei soorten ecologisch onderzoek, waarbij de gewassen een belangrijke rol speelden) en verder heeft de tuin , die m de afgelopen maanden een uitbundige weelde te zien gaf van vele soorten opmerkelijk gezonde gewassen (geteeld zonder kunstmest en zonder chemische bestrijdingsmiddelen) onze stichting circa tienduizend gulden aan produkten opgeleverd (de kosten niet meegerekend).

In de “technische sector” werd ook hard gewerkt en enige tastbare resultaten hopen wij nog deze herfst te laten zien: het bolhuis (het elders in dit nummer beschreven experiment op het gebied van energiehuishouding), de visksveekvijver (zie ook elders in dit nummer) en metingen op het gebied der zonneenergie (ook in dit nummer). Enkele duizenden mensen hebben ons project deze zomer bezocht. Eenvoudig was dat niet, want iedere bezoeker had vele vragen en door enkelen onzer moesten die vragen, dag in dag uit, worden beantwoord. De rondleidingen werden een dagelijks verschijnsel, dat van onze kleine vaste groep van medewerkers grote offers vergde, maar dat ons ook veel goodwill (en vele nieuwe donateurs) opleverde. Veel scholen gaven acte de presence en ook de universiteiten en hogescholen stuurden groepen studenten. Tussen de bedrijven door gaven wij een werkweek voor studenten biologie van de Vrije Universiteit (een enthousiaste groep, die een intensief gebruik maakte van proeftuin en geïmproviseerd chemischmicro-biologisch laboratorium) en organiseerden wij weekends voor donateurs over tuinbouw, voeding en energieproblemen.

Hoewel wij tot op heden zonder subsidie hebben gewerkt, kwam gelukkig het besluit van de provincie Noord-Brabant ons voor 1973 een exploitatiesubsidie toe te kennen, gevolgd door de toezegging van het ministerie van crm voor een soortgelijke subsidie, alsmede een startsubsidie voor natuur-educatief werk (het gaat om bedragen van maximaal 34.000; 58D00, 25.000 gulden). Die subsidies zijn hard nodig, want ook al hebben onze activiteiten (tijdschrift, proeftuin, excursies en winkelverkoop) onze stichting naar schatting tot dusver 50.000 gulden opgeleverd, de uitgaven voor een educatief-experimenteel centrum als het onze belopen jaarlijks tenminste 150.000 gulden, er van uitgaande dat slechts voor vier a vijf vast medewerkers een minimumsalaris van bruto circa 15.000 gulden beschikbaar moet zijn en voor onze tien tot vijftien vrijwilligers enkele tientjes vergoeding per week plus kost en inwoning.

Ja – en nu begint ons verhaal in “mineur” te geraken. Want het geld van de subsidies krijgen wij pas als wij een nauwkeurige becijfering kunnen geven hoeveel wij van de toegekende subsidie nodig hebben op basis van de door het ministerie als subsidiabel geachte uitgaveposten. Eén van die posten is huisvesting. En hiermee zijn wij beland bij een probleem, dat onheilspellende kanten voor ons begint te krijgen. Want terwijl het rijk en de provincie ten volle bereid zijn ons te helpen en ook subsidie te geven (op basis van huur en/of afschrijving + rente) voor onze huisvestingskosten, kunnen wij met geen mogelijkheid een reële post voor huisvesting opvoeren omdat wij geen redelijk onderdak hebben.

Wat is namelijk het geval? Enkele weken voor het verschijnen van dit nummer heeft de gemeente Boxtel laten weten, dat haar raadscommissie voor financiën niet bereid is medewerking te verlenen aan de goedkeuring van een gemeentekrediet voor de verbouwiag van de “van Cooth Hoeve”. Zoals bekend stelde de gemeente Boxtel ons ca. anderhalf jaar geleden het ca. 40 meter lange, 16 meter brede en 12 meter hoge, in 1934 gebouwde , boerderijcomplex beschikbaar tegen een huur van f. 3.600.-per jaar, inclusief grondgebruik van 2.17 ha. Vanaf dit moment is één ding steeds duidelijk geweest: de voor dit slecht onderhouden, lekkende en tochtige gebouw noodzakelijke verbouwing kon slechts gebeuren met een gemeentelijk krediet of met een garantie van de gemeente. Dit omdat het pand met de grond gemeente-eigendom is, en banken daar geen geld in steken zonder nadrukkelijke garanties van de gemeente. De bouwsom zou dan als lening verstrekt moeten worden – een lening, die onze stichting met behulp van overheidssubsidies (crm, provincie) zou kunnen aflossen, subsidies, die inmiddels zijn goedgekeurd, en die ruimte boden voor aanpassing bij hoger wordende huisvestingskosten.

Samen met de afdeling Bouwkunde van de TH – Delft, die ons een gratis, als studieproject geldend, verbouwingsontwerp aanbood en de Dienst Gemeentewerken van Boxtel, die de plannen begeleidde (en dit op zeer positieve en behulpzame wijze) werkte architect Jan Voorberg een bijzonder evenwichtig bouwplan uit, dat door de gemeente in de voorzomer werd gehonoreerd met een bouwvergunning. Er was voor ons (de mensen van De Kleine Aarde) een probleem met het ontwerp: het liet niet de ruimte voor het soort improvisatie, dat wij eigenlijk hadden gewild: het werken met- oude of elders overbodig beschouwde materialen, waarmee wij de boerderij met een bedrag van circa 110.000 gulden in een voor ons bruikbare staat hadden willen brengen. Deze gedachten (tamelijk griezelig voor de mensen, die ons adviseerden en die zich met de realisatie wilden gaan bezighouden – maar dan op een professionele manier) hebben wij van lieverlee laten varen, vooral ook op aandrang van gemeentezij de, waar men liever een normale professionele benadering zag met een uit dit oogpunt bekeken meer reeële begroting, die schommelde tussen de 230.000 gulden en 340.000 gulden.

Aangemoedigd door de positieve ontvangst van gemeentezijde van de aldus opgestelde en begrote plannen, dienden wij een verzoek in voor een gemeentefinanciering, een lening dus, die wij zouden afbetalen (los van de huur) over een periode van bijvoorbeeld 20 jaar. Dit verzoek werd door de financiële commissie van de raad negatief geadviseerd, waarna door b. en w. behandeling in de raad niet meer opportuun werd geacht. Het hoofdmotief van de negatieve beoordeling was, zo verklaarde de secretaris van de raad desgevraagd aan een medewerker van een bank, die in verband met een later door ons gedane credietaanvrage informatie inwon, dat De Kleine Aarde niet van Boxtel is en dat in deze tijd van krappe geldmiddelen moeilijk verlangd kon worden, dat de gemeente een dergelijk initiatief van mensen van buiten Boxtel financieel gaat ondersteunen, of er een deel van haar krappe inanciermgsmogelijkheden aan opoffert.

Nu zijn verwijten aan het adres van de tegenstemmende commissieleden gemakkelijk te formuleren, zoals bijvoorbeeld het zakelijke verwijt, dat de gemeente geen risico loopt bij een financiering, die een eigen gebouw betreft en die afgelost kan worden uit rijksmiddelen, zodat goedkeuring niet in strijd met de gemeentebelangen zou zijn geweest. Wij bepalen ons liever tot de gevolgen van deze houding. Wij noemen ze hier:

  1. ons cursuswerk en onze donateursweekends kunnen in de komende maanden niet worden voortgezet als gevolg van gebrek aan behuizing (overnachtingsaccommodatie en sanitaire voorzieningen ontbreken praktisch geheel);
  2. voor onze medewerkers en vrijwilligers ontbreekt iedere mogelijkheid voor een enigszins redelijke behuizing (er zijn ca. 20 mensen).
  3. De reeds toegezegde subsidies van de provincie en crm (bij elkaar max. 92.000 gulden voor 1973) lopen gedeeltelijk gevaar voor het deel voor huisvesting.
  4. onze subsidies voor 1974 lopen gevaar indien de gemeente aan haar weigering tot financiering verbindt een weigering tot het verlenen van een exploitatiesubsidie. Deze vrees is helaas misschien niet zo ongegrond, omdat een vorig jaar bij de gemeente aangevraagde exploitatiesubsidie van f.5.000.- tot dusver zelfs niet aan behandeling in de raad toekwam, omdat b. en w. de kwestie nog niet haalbaar achtte. (de houding van de raad was voor crm en provincie reden om Boxtel om uitleg te vragen, waarbij gesteld is, dat crm bij volharding van het standpunt van de tegenliggende raadsleden haar reeds schriftelijk toegezegde subsidie voor 1974 zal moeten intrekken, daar deze gekoppeld is aan gemeente- of provinciesubsidie, en de provincie zich na dit jaar terugtrekt met het motief, dat Boxtel voortaan beter kan subsidiëren, omdat de gemeente, in tegenstelling tot de provincie, 80 procent van het rijk terugkrijgt, (oef, wat ingewikkeld’.) Omdat de provincie dit jaar 34.000 gulden toezegde, zou Boxtel volgend jaar zelf niet meer dan ca. 7.000 gld. hoeven te fourneren.

Wij beseffen, dat bij de keuze van Boxtel als vestigingsplaats steeds het gevaar heeft gedreigd, dat nu accuut is geworden. Voor ons project hadden wij echter landbouwgrond nodig en deze vindt men als regel niet bij grote steden, waar misschien meer begrip voor ons initiatief zou hebben bestaan. Onze keuze viel op Boxtel omdat deze plaats redelijk centraal ligt, zeker in Noord-Brabant, en goed per spoor bereikbaar. Toen wij eind ’71 van de Stichting Beheer Landbouwgronden in Boxtel-west (aan de weg naar Esch) 5 ha. goede landbouwgrond konden kopen was het pleit beslist – vooral toen wij hoorden, dat de grond voor ca. 7.000 gulden per hectare zou worden verkocht. De teleurstelling was dan ook groot, toen ons te verstaan werd gegeven, dat de gemeente Boxtel, die de grond ruim een jaar tevoren had overgedragen aan de SBL, een nieuwe bestemming voor zijn voormalige eigendom had: villabouw. Er volgde een r uiltrans actie met de SBL met als gevolg, dat voor ons alleen huurgrond van de gemeente overbleef van slechtere ligging of kwaliteit.

Er volgde een periode van afwachten en onzekerheid: wij zouden eerst ons hebben kunnen vestigen ten westen van Boxtel in Banisveld maar na maanden wachten bleek de gemeente ons daar niet voldoende grond ter beschikking te kunnen stellen. Een eerder gedaan – en aanvankelijk door ons afgewezen – aanbod betreffende de Van Cooth Hoeve met maximaal 4,6 hectare grond hebben wij medio 1972 aanvaard, waarna het weer vele maanden ging duren voor de gemeenteraad, in tweede behandeling, na aanvakelijke afwijzing, met moeite bereid bleek de boerderij met een deel van de grond – voorlopig 2.17 ha. – aan onze stichting te verhuren.

Het werd pas februari 1973 voor wij een deel van de boerderij mochten betrekken. Onze aanvankelijke bezwaren tegen de Van Cooth Hoeve, de slechte ligging ten opzichte van de snelweg Den Bosch-Eindhoven, gelden nog – maar wij hadden na al het tijdverlies geen reële keus meer. Enkele naanden geleden is bij de gemeente een verzoek ingediend om aanvulling van de grond met ca. 2.5 ha., waarmee het toegezegde areaal compleet zou zijn. Op dit verzoek was in september nog geen reactie gekomen. Maar twee maanden wachten is nog niet zo veel, als men al meer dan een jaar kwijt is.

Met de naderende winter in het vooruitzicht, het vastlopen van ons winterprogramma in het verschiet en de te vrezen demoraliserende werking hiervan op onze medewerkers voelen wij ons met de rug tegen de muur. Het zijn deze omstandigheden, die ons hebben genoopt tot het houden van een inzameling onder hen, die ons werk een Warm hart toedragen. Wat wij vragen is het minimum, nodig om de komende winter door te komen en ons werk, zeker voor de periode, dat de boerderij nog ongeschikt is, veilig te stellen. Vandaar onze oproep elders op deze pagina’s. Gelooft u, dat de persoonlijke offers van de mensen van de Kleine Aarde om een tastbaar alternatief op te bouwen voor de alomheersende verspilling zinvol zijn en dat hun werk niet mag worden gedwarsboomd en moet kunnen doorgaan? Geeft u dan gehoor aan deze oproep en probeert u deze in eigen kring kracht bij te zetten.

Meer archiefitems

Soft Technology, misschien een harde noodzaak

Soft Technology, misschien een harde noodzaak

"Achter het begrip zachte technologie schuilt nameliik een filosofie, die als uitgangspunt heeft, dat met de grootst mogelijke voorrang gewerkt moet worden aan een heroriëntatie van de techniek en de wetenschap, die ten doel heeft het menselijk welzijn zowel in geindustrialiseerde landen als in de ontwikkelingslanden centraal te stellen", zo legt Sietz Leeflang - oprichter van De Kleine Aarde - uit aan het begin van dit artikel, waarin hij 10 kenmerken van 'soft technology' langsloopt.

Einde van pionieren in De Kleine Aarde

Eind 2010 sloot De Kleine Aarde haar deuren. Het was het begin van een periode van 12 jaar waarin gemeente Boxtel met ondernemers en omwonenden zocht naar een nieuwe duurzame invulling. Ook gaat het in deze video over het Ecopaviljoen, een bouwwerk om te oefenen met duurzaam bouwen met stro en leem. De ervaringen paste men later toe bij de realisatie van het ecodorp: www.ecodorpboekel.nl

Kersttoespraak Koningin Beatrix 1988

Een reportage over De Kleine Aarde die begint met een fragment uit de toespraak van koningin Beatrix op Eerste Kerstdag 1988: ‘Wat ik thans meemaak is niet de vernietiging van de Aarde in één klap maar in een stil drama. Onze wereld lijdt onder ontbossing, woestijnvorming, vervuiling en vergiftiging…’
No results found.