Stichting
De Kleine Aarde

Bericht

Een brief van een boer

door | 17 mrt 1973 | Artikelen tijdschrift, Opinie

"Deze ons inziens veel betekenende brief troffen wij aan in "de Boerderij" (57/73 nr 24 17 maart). Hij laat iets doorschemeren van een veranderende houding van de boeren. Hoewel, één zwaluw maakt nog geen lente. (red. DKA)."
Hoe lang nog doorgaan?

Hoe lang kan een moderne hedendaagse boer vanuit zijn geweten nog rustig boer blijven? Deze vraag dringt zich steeds vaker bij mij op, naarmate ik de gebeurtenissen rond mij heen volg. Zelf krijg ik hier als van oorsprong geboren en getogen boer qua overlevering, interesse en opleiding steeds minder mee te maken. Ik zal vermoedelijk binnen afzienbare tijd mijn bedrijf gaan be ëindigen, omdat dit zoals het in vaktermen wordt uitgedrukt niet levensvatbaar meer zal zijn.

Toch ben ik tot op zekere hoogte wel met de tijd meegegaan, echter op de wijze zoals door mij zelf werd ingegeven, vanuit de werkbezetting en vooral ook gedreven vanuit het naar eer en geweten handelen. Sommigen vinden dat deze uitgangspunten in de wereld van vandaag met zijn keiharde realiteit niet meer passen en noemen mij een romanticus en als ik het op papier zet misschien ook nog wel een filosoof.

Op mijn bedrijf en op vele andere bedrijven werden tot voor nog niet zo lang geleden de dieren behandeld of het nu koeien, varkens, schapen of kippen waren, vrijwel uitsluitend vanuit de liefde voor het dier. Hoofdzaak was vrijwel altijd, tenminste bij mij, deze dieren bij hun leven zo goed mogelijk te verzorgen en te behandelen. Vooral als het ging om de inbreng van daglicht, voldoende ruimte, Iekker in het stro liggen, eventuele uitloop naar buiten. Dingen die naar verhouding niet duur waren en niet moeilijk aan te brengen, gebeurden als zijnde de gewoonste zaak van het leven.

Soms werden hier en daar deze punten zelfs als eisen gesteld. Wanneer men in de varkenssector bij de beerhouderij deze dingen niet goed in orde had, kon men de vergunning kwijtraken. Zeer terecht lijkt mij; vanwege het feit dat de mens, althans in mijn ogen, gewoon de plicht heeft al deze dieren in hun min of meer korte levensduur op een zo goed mogelijke en verantwoorde wijze te begeleiden. Nu zijn deze begrippen natuurlijk rekbaar, bij de een was het wat anders als bij de ander, maar toch waren de meeste dierenbezitters uit liefde voor het dier bezig zich van hun taak te kwijten. Dit is de enige manier om verantwoord dieren te houden.

Grote verandering begon hierin voor enige jaren terug te komen toen het dirigisme van bovenaf door begon te dringen, de zgn. integratie. Het hek was weldra van de dam. De grondgedachte uitgedacht en uitgewerkt door Eurocraten, waarvan er nu rondlopen met de hoogste onderscheidingen op de borst die in een land kunnen worden uitgereikt, was koren op de molen van de industriële ontwikkeling, of het nu ging om levering van bouwmaterialen voor hokken of te leveren veevoeders. Contractenwerk, het ene nog aanlokkelijker als het andere aanschouwde het levenslicht, waarbij de coöperatie evenzo hard meeliep als de particuliere sector.

Veel boeren, in de war gebracht door schaalvergroting, zagen er een goed middel in, ik zou haast zeggen een “paardemiddel”, het bedrijf uit te breiden of te bestendigen, niet wetende wat er allemaal boven hun hoofd hing en nog hangt: de zgn, “blijvers”. Verwarring, financiële ontreddering en tragiek in duizenden gezinnen kwam op gang. Veel boeren zorgden er al ras voor dat In ieder geval hun kinderen maar geen boer zouden worden, met als gevolg het sluiten van talrijke landbouwonderwijsinstellingen, die in het verleden grote diensten hadden bewezen.

Ook op de landerijen een soortgelijke ontwikkeling, grote, grotere en steeds duurder wordende machines, gepaard gaande met ontslagen van veel medewerkers; het ontstaan van de kwetsbare en zenuwslopende eenmansbedrijven. Wilde men hier het hoofd boven water houden dan had men ook slechts een keiharde realiteit te aanvaarden: doorgaan ten koste van alles. Zoveel mogelijk kunstmest om een zo groot mogelijke opbrengst te verkrijgen, zoveel mogelijk bespuitingen om het ongedierte en onkruid zo goed mogelijk de baas te worden, de grond te vergassen teneinde een zo groot mogelijk aardappelareaal, alles omwille van het geldelijk gewin.

Aan de ene kant kost het mij door al dit bovenstaande minder moeite mijn bestaan als boer op te geven en mij als zodanig van de verantwoording daarvan te onttrekken door mij in de rijen der “wijkers” te scharen. Maar wat moet je aan de andere kant als mens doen? Wetende dat er duizenden kippen in veel te kleine kooitjes zitten, vaak met de snavel tot bijna aan de ogen toe afgebrand, wetende van de evenzo vele varkens met afgeknipte staarten, van kalveren in stikdonkere verblijven al of niet ingespoten met speciale preparaten, wordt dan vanuit het geweten de vraag gesteld: “Waar halen de mensen al deze rechten vandaan, of nemen zij deze zomaar?”

Wetende dat het niets zal helpen als ik dit allemaal opschrijf en voorleg en eveneens wetende dat ik door net zovelen zal worden veroordeeld als begrepen, meen ik toch vanuit mijn innerlijke overtuiging er goed aan te doen, evenals ik dit al enige jaren daadwerkelijk op ander gebied heb gedaan, althans een bijdrage te leveren. Eens zal ons de rekening worden gepresenteerd en wie deze rekening dan zal moeten vereffenen weet ik niet, vermoedelijk ons nageslacht of het nu onze kinderen of kleinkinderen zullen zijn, doch laten wij er nu met zijn allen voor zorgen dat deze rekening zo laag mogelijk zal worden. Laten wij niet omwille van het eigen belang zonder omdenken aanrommelen.

G.B.

Meer archiefitems

Duurzaam Bouwen op De Kleine Aarde

In deze video vertelt Ad Vlems over de duurzame toepassingen in dit paviljoen. Zo is er voor de isolatie van de vloer glasschuim of glasgranulaat gebruikt. Een recyclingproduct dat in dit bouwproject voor de eerste keer in Nederland is toegepast als isolatiemateriaal. Bij de verbouwing van de Verblijfplaats in 2024 is dit ook gebruikt als vloerisolatie in de grote corridor.
No results found.