Stichting
De Kleine Aarde

Bericht

Een paar lastige vragen (over ‘zachte technologie’)

door | 21 mrt 1974 | Artikelen tijdschrift

Editorial bij het lentenummer van 1974, waarin Sietz Leeflang ingaat op interpretaties van en argumenten voor en tegen 'zachte technologie'. Hoe kijkt De Kleine Aarde hiertegenaan?
Er komt een kentering in de situatie bij de Kleine Aarde in Boxtel! Wij zijn met de bouw nu in een fase gekomen, dat er iets waarneembaar wordt: in de boerderij is de indeling nu praktisch gereed en op verschillende plaatsen staan er muren, zijn er spouwmuren gemaakt, sanitaire voorzieningen etc. Buiten op het terrein staat, weliswaar nog alleen ruwbouw, de Bioton-hal, waarin binnen twee maanden slaapzalen voor cursisten, een laboratorium en fijnmechanische werkplaats, een dagverblijf en woonruimte voor medewerkers gereed zullen zijn. Wij hebben – eindelijk – een flink stuk ingelopen op onze grote achterstand en dit is te danken aan twee dingen: het feit, dat onze donateurs en vrienden bijna een ton bijeenbrachten na onze noodkreet in september ’73 en de uitzonderlijk zachte winter, die het werken in de open, onverwarmde gebouwen niet heeft belet Juist nu het eind van veel misère in zicht komt, beginnen wij ons meer en meer te beraden over de verdere toekomst van ons projekt, daarbij – laten wij het eerlijk toegeven – enigszins beïnvloed door een tamelijk pessimistisch artikel, dat in het laatste nummer van “Undercurrents” (nr 6, winternummer) verscheen.

Schrijver van dit niet gesigneerde artikel was, naar wij aannemen, Peter Harper, die van het begin af verbonden is met dit Engelse blad (dat in 1972 werd opgericht) en die rapporteur is voor de UNESCO over de ontwikkelingen op het gebied van milieuvriendelijke en energie/grondstoffen besparende techniek. Harper heeft in de afgelopen maanden een toenemend malaisegevoel gekregen tijdens vele gesprekken en conferenties over ecologisch verantwoorde techniek. Hij constateert een reeks tegenstrijdigheden en nadelen, die, naar hij vreest, door alle enthousiaste verdedigers van “zachte technologie” stelselmatig worden vergeten of onderschat. Zo vereist ecologisch verantwoorde techniek, wil zij enigszins voorzien in reëel te achten behoeften van alle mensen, die er gebruik van zouden moeten kunnen maken, méér grondstoffen, dan doorgaans in alle optimisme wordt gemeend (te vaak wordt bijvoorbeeld de fout gemaakt om windmolens van oude auto-onderdelen te laten maken). Afgezien van de problemen van aanpassing moet men toch ook rekening houden met het opraken van zulke onderdelen, of men moet terwille van ecologisch verantwoorde windmolens ecologisch vijandige auto’s blijven produceren”.

Zo kan men ook vaststellen, dat zachte techniek veelal ingewikkelder is dan doorgaans wordt gesuggereerd en ook, dat het niet goedkoop is. Naar de huidige maatstaven van de economie, is bijvoorbeeld zonne-energie alleen exploitabel met nogal kostbare installaties en het zelfde moet worden gezegd van het gebruik van windkracht of het toepassen van warmtepompen, “Je komt er ook niet mee door te zeggen ‘het werk doe ik allemaal zelf’, want het maken en bedienen van al dit soort toestellen en voorzieningen vraagt veel tijd en die had je toch al nodig voor het zelf melken van je koe, terwijl je onderwijl het onkruid tussen je worteltjes met mocht vergeten,” aldus Peter Harper, in duidelijke mineurstemming. Vervolgens memoreert hij een van de conclusies, op een recente bijeenkomst over “alternatieve technologie” in Laurieston Hall, waar een van de sprekers, Michael Reid, toen hem werd gevraagd welke rol de zachte technologie zou kunnen spelen in het bewerkstelligen van maatschappellijke veranderingen, eenvoudigweg antwoordde: “geen enkele” En verduidelijkend: “geen enkele, waar wij, voorstanders van alternatieve technologie, vrede mee zouden hebben.” En hij wees er op, dat General Motors tegen een schappelijke prijs windmolens zou kunnen leveren (een klein kunstje voor de grootindustrie), terwijl alle zichzelf respecterende universiteiten een leerstoel voor alternatieve of biotechniek zouden instellen.

Successen (succesjes) met zachte technologie zijn er volgens Peter Harper heus wel geweest, “maar waren zij niet mogelijk dankzij (verborgen) bijdragen van uit de bestaande technische samenleving?” (bijvoorbeeld de genoemde auto-onderdelen in windmolens). Misschien is het allemaal niet zoals de optimisten hebben gedacht en is allemaal veeleer een politieke kwestie, of zoals werd gezegd op het congres in Laurieston Hall: “De technologie van de alternatieve politiek“, met als eerste doel het bepalen van maatschappelijke prioriteiten. Het ‘zachte’ zit hem dan niet zozeer in de gebruikte technische hulpmiddelen, maar in de wijze waarop men weet te kiezen. Harper vraagt zich dan af of wij niet beter kunnen spreken van ‘alternatieve economie’ of zachte economie, en constateert vervolgens, dat veel van hetgeen hierover valt te zeggen al te lezen viel in het artikel Na soft technology: een poging tot soft economy van Herman Coster in De Kleine Aarde nr . 3 van 21 december 1972, waarin deze DKA-medewerker van het eerste uur de zwakke plekken van de ideologie van de zachte techniek in een reeks aansprekende voorbeelden duidelijk maakt.

Hoe staat de Kleine Aarde tegenover deze reeds in 1972 in het eigen periodiek gesignaleerde zwakke plekken? Welnu, voor ons lagen deze dingen wel iets eenvoudiger, omdat de bij ons gebezigde vormen van zachte technologie steeds zijn gebruikt als basis voor een verdergaand gesprek, dat vroeg of laat belandt bij de zachte economie van Coster ofwel het stellen van prioriteiten. De windmolen of de methaantank is dan geen doel, maar een simpel middel om de gedachten te brengen op wezenlijker dingen, zoals het afrekenen met de domme materiële behoeften en vervreemding, die de spil vormen van onze consumptiemaatschappij. Toch zouden wij het beginsel van de soft technology tekort doen als wij het hier bij lieten, terwijl wij ook de techniek als geheel onrecht zouden aandoen. Het toepassen van techniek is immers een verworvenheid van de menselijke cuhuur, waaraan eeuwen van “trial and error ” ten grondslag liggen. De verdienste van de soft technology-stroming zou kunnen worden een veel verhevener en verantwoorder toepassing van techniek mogelijk te maken, die de mens dient (en niet vervreemdt) en die grondstoffen en milieu ontziet. Daarin ligt een uitdaging, die het bestaan van onze hedendaagse technici inhoud zou kunnen geven. 

Meer archiefitems

Ombouw Van Cooth Hoeve tot Werkplaats

De Werkplaats is sinds 2023 de nieuwe naam van de Van Cooth Hoeve. Plaats De Kleine Aarde creëerde deze inspirerende groene ontmoetingsplek om te genieten van eten, te leren over voedsel en natuur en om te verbinden met elkaar. Onderstaande video toont de oude en nieuwe situatie. De werkplaats is sfeervol ingericht met tweedehands meubels en tweedehands planten. Ook goed te zien op de website van biomimicry architect Lydia Fraaije.

Duurzaamheid en gezonde voeding bij De Kleine Aarde

Een reportage uit 1974 van Beeld & Geluid. Beelden van de Bolwoning met energie experimenten, duurzame groententeelt en een cursus ‘eten zonder vlees’. En dat alles met belangstelling van Koningin Juliana. In de video: 'Het project 'De Kleine Aarde' van de stichting 'De Jonge Onderzoekers Proeftuin in Noord-Brabant' wil de jeugd interesseren voor een milieuvriendelijke en energiebesparende land- en tuinbouw. Men maakt gebruik van nieuwe landbouwmethoden zoals mulchen, bestrijdt ziekten en schadelijke insecten door combinatieteelt en geeft cursussen over tuinbouw, energiebesparing en voeding.'
No results found.